Twee belangrijke verschillen met Schotse whisky zijn, dat de Ierse whiskey (behalve de Connemara Whiskey) geen rooksmaak heeft doordat de mout niet met turf wordt geëest, en dat de whiskey drie keer wordt gedistilleerd. Als grondstoffen worden tarwe, haver en rogge gebruikt. Het distilleren geschiedt in zowel pot- als in kolomketels. Een uitzondering op de gebruikelijke Ierse whiskey vormt Connemara Single Malt Irish Whiskey. Deze whiskey wordt gemaakt van gerst, wordt slechts tweemaal gedistilleerd en men gebruikt wel turf bij het eesten. Hierdoor krijgt deze whiskey een zeer Schots karakter.